In gesprek met collega Rudi Ceunen. “Gebruik de kracht van je netwerk.”

Hefboom-collega Rudi Ceunen is een vat vol kennis. Wie ooit het genoegen had met hem samen te werken, zal dat beamen. Als consultant hamerde hij steeds op het belang van een gezonde financiële structuur. Nu Rudi op pensioen gaat, kan hij gerust zijn: meer dan ooit legt Hefboom de focus bij begeleidingen op het financieel-zakelijke.

Er zit altijd meer in een mens dan je denkt. Ook bij Rudi is dat het geval. Achter de cijferspecialist en zakelijk expert van Hefboom blijkt immers een groot liefhebber én kenner van klassieke muziek te zitten. Bij een man met zo veel passie voor muziek past dan ook enkel een afscheidsinterview als een compositie in vijf delen.

Wat waren je werkervaringen voor je bij Hefboom startte?

“Ik heb een nogal atypisch parcours afgelegd. Van opleiding ben ik programmeur-analist. Na mijn studies heb ik even lesgegeven en ben dan beginnen werken als directeur van een bankkantoor in Koersel. Da’s de gemeente waar ik opgegroeid ben en nu nog altijd woon.”

“Na enkele jaren kreeg ik de kans om in Hasselt een cd-winkel over te nemen. Die heb ik uitgebouwd tot een speciaalzaak in klassieke muziek en jazz. Mijn klanten waren particulieren en bibliotheken. Dat heb ik 17 jaar gedaan, tot eind 2011. Toen was de tijd van cd’s zo goed als voorbij. Verder doen tot aan mijn pensioen was niet realistisch. Het was wel een zeer boeiende ervaring, waarin ik veel heb bijgeleerd. Achteraf bekeken misschien wel de mooiste periode uit mijn carrière. En ik blijf natuurlijk nog steeds een enorm liefhebber van klassieke muziek.”

Hoe ben je dan bij Hefboom terechtgekomen?

“Na een korte tijd bij een Nederlands bedrijf, ben ik in november 2013 begonnen als kredietconsulent bij Hefboom. Omdat ik zelf uit de klassieke bankwereld kwam, moest ik in het begin wel even wennen aan het concept van sociale economie. Maar vrij snel zag ik in dat er veel maatschappelijke waarde in zat. Ook bij de bank al lag mijn interesse vooral bij de kredieten. Met mijn zakelijke achtergrond en commerciële ingesteldheid kon ik het kredietteam dus iets bij brengen. Het geloof in de mens achter de aanvraag was bij mijn collega’s vaak heel groot. Met mijn zakelijke bril bekeek ik de dossiers toch wat anders. Al konden we natuurlijk veel van elkaar leren.”

“In 2019 ben ik dan overgestapt naar het team consulting binnen Hefboom. Dat was wel een aanpassing. Het is namelijk niet altijd makkelijk om zakelijke gesprekken te voeren met mensen die een eerder sociale achtergrond hebben. Organisatieverantwoordelijken hebben meestal veel inhoudelijke kennis over de materie waarmee ze bezig zijn, maar het ontbreekt hen vaak aan zakelijk inzicht. Het probleem is daarbij ook dat we met Hefboom vaak pas gevraagd worden op het ogenblik dat er problemen zijn in de organisatie. Soms kunnen we makkelijk bijsturen, maar vaak gaat het heel wat moeilijker. Daarom organiseren we sinds een tweetal jaar ook eigen opleidingen om organisaties de nodige kennis over cijfers bij te brengen.”

Op welke manier hielp jij organisaties dan concreet vooruit?

“Men zegt dat ik heel goed cijfers kan lezen. Een boekhouding of jaarrekening vertelt me enorm veel over een organisatie. Dat probeer ik over te brengen: leer die cijfers lezen, begrijpen en interpreteren. Cijfers kunnen een heel verhaal vertellen. Je kan er heel wat zaken uit afleiden. Trek er dus lessen uit. Daarom ben ik ook zo’n voorstander van Business Intelligence. Ook in de sociale sector is het slim gebruik van data een must. Die beweging is bezig, de eerste stappen zijn gezet.”

Hoe pakte jij een begeleiding aan?

“Ik had meestal wel een bepaalde aanpak in gedachten, maar onze begeleidingen zijn altijd maatwerk. Je moet rekening houden met de mensen in de organisatie. Wat is hun achtergrond, hebben ze financiële kennis, staan ze ervoor open…? Want niet iedereen ziet ons graag komen. Maar ook dan gaan we participatief aan de slag. Eens we een band creëren, verbetert ook de relatie.”

Wat zijn veel voorkomende fouten in organisaties?

“De meeste organisaties kijken enkel naar de onderste regel van de jaarrekening. Hebben we winst gemaakt of niet? Verder worden er vaak geen vragen bijgesteld. Inhoudelijk heeft men wel een strategisch meerjarenplan, maar dat wordt dan niet aan een zakelijk luik gekoppeld. Zo wordt er dikwijls ad hoc beslist en dat is jammer. Er zou meer synergie tussen het inhoudelijke en zakelijke moeten zijn. Zodat de financiële consequenties van een inhoudelijke beslissing duidelijk zijn. Een organisatie beheren is immers net als een huis bouwen: je hebt goede fundamenten nodig. Zonder gezonde financiële structuur red je het niet.”

Komt er stilaan meer besef van het belang van een goed financieel-zakelijke beleid?

“Er is volgens mij toch nog een lange weg te gaan. Vaak begint men met goede bedoelingen, maar na verloop van tijd begint de aandacht voor het financiële toch weer af te zwakken. En dan is het weer aan ons om het opnieuw op te krikken.”

Op welke cases kijk je met een tevreden gevoel terug?

“Het lukt niet altijd, maar gelukkig raken de meeste organisaties wel terug op het juiste spoor.

Vanuit kredietverlening kijk ik nog altijd met veel plezier teug op twee dossiers waarbij we de betreffende organisaties geholpen hebben met de aankoop van hun gebouw. In beide gevallen kwam een verwachte subsidie voor de aankoop en renovatie er niet. Hefboom is dan in de bres gesprongen door hun gebouwen aan te kopen zodat ze hun werking verder konden zetten.”

“Een ander project was Start SOON, een begeleidingstraject voor startende sociale ondernemers. We hebben dat dossier in maart 2020 ingediend bij de Vlaamse overheid, net voor de covidpandemie losbarstte. Toen we in september 2020 aan de slag moesten, was alles dicht. Plots moesten we alles omschakelen naar online opleidingen. Op dat ogenblik hadden we daar absoluut geen ervaring mee, maar we hebben er toch een mooi project van gemaakt. Ondanks een zeer positieve evaluatie werd het project na twee jaar niet opnieuw aan Hefboom toegewezen. Maar ik blijf er wel heel fier op.”

Wat heb je in al die jaren bij Hefboom geleerd?

“Het was voor mij een heel nieuwe wereld. Plots kwam ik in contact met doelgroepen die ik voorheen niet kende. Maatwerkbedrijven waar mensen werken met een afstand tot de arbeidsmarkt of een zorgboerderij die zich richt naar kinderen met kanker. Dat was soms wel confronterend en emotioneel.”

Waar ben je het meest fier op?

“We hebben veel organisaties verder kunnen helpen. En er staan ook nieuwe projecten in de stijgers. Ik denk aan Welzijnsbouwers, waarbij we ons richten op het patrimoniumbeheer bij grotere organisaties. Dat was altijd een aandachtspunt voor mij. Ik klopte vaak op de nagel dat het patrimonium door heel wat organisaties onvoldoende goed beheerd wordt. Directies hebben er zelf te weinig kaas van gegeten. Met Welzijnsbouwers wordt daar nu in samenwerking met een aantal partners een antwoord op gegeven.”

Hoe kijk je naar de toekomst van Hefboom?

“Het zal altijd een aandachtspunt blijven voor Hefboom om snel genoeg een oplossing te bieden voor steeds veranderende ontwikkelingen en vragen uit de samenleving. Om problemen tijdig te detecteren en er vervolgens adequate oplossingen voor te bedenken. Eén van de actuele thema’s waar we rond werken is betaalbaar wonen. Mensen hebben het steeds moeilijker om een eigen woning te verwerven of te huren. Hefboom kan dat natuurlijk niet alleen oplossen. Maar ook aan mijn klanten zei ik altijd: werk niet op een eiland, zoek verbinding. Je hoeft het niet alleen te doen, gebruik de kracht van je netwerk. En dat is ook de kracht van Hefboom.”

Wat ga je het meeste missen aan Hefboom?

“Kan je die vraag binnen een jaar eens opnieuw stellen? (lacht) Nee, dan denk ik toch vooral aan de toffe collega’s waarmee het altijd leuk samenwerken was. Ik was misschien zelf niet altijd de makkelijkste persoon. Ik ben nogal veeleisend, al had ik steeds het algemeen belang in het achterhoofd. Die dagelijkse contacten zal ik dus wel missen, net als de voeling met wat er leeft in de samenleving. En dus zal ik ook na mijn pensioen actief blijven als vrijwilliger in een aantal organisaties en initiatieven. Daar kan mijn kennis en ervaring nog een toegevoegde waarde betekenen.”

“Sinds bekend is dat ik met pensioen ga, kreeg ik van veel organisaties de vraag om voor hen iets te doen als bestuurder of vrijwilliger. Maar ik ga ook niet te veel hooi op mijn vork nemen. Ik kijk nu nog even de kat uit de boom. Verder blijft cultuur natuurlijk heel belangrijk in mijn leven.”

Wat mogen we jou tot slot nog toewensen?

“Wat voor iedereen belangrijk is en dat is in de eerste plaats een goede gezondheid. Voor de rest kunnen we zelf wel zorgen. Als slotwoord voor Hefboom wil ik eindigen met wat Beethoven ooit zei: ‘Plaudite amici, comedia finita est’. Oftewel: applaudisseer vrienden, de voorstelling is afgelopen. Ook voor mij is een hoofdstuk afgesloten, om straks een nieuw verhaal te starten.”